Geheimen

Op een donderdagochtend stapte ik onder het grote poortgebouw van een historisch beschermde gevel door die, wanneer ik er langs wandelde, altijd al mijn nieuwsgierigheid had gewekt. Als de grote rode poorten open stonden kon ik een glimp van de binnenkoer opvangen. De binnenkoer waarop enkele tuinbanken en stoelen stonden en die volledig omringd werd door gebouwen met grote ramen.

In dat gebouw, dat zevenhonderd jaar geleden zijn oorsprong kende, waren al ontelbare voeten over de drempel gestapt voordat ik er vandaag mijn eerste stap zette. In haar geschiedenis waren er zieken verzorgd, werd aan armen hulp geboden, was er samen gewerkt en gegeten. Ik kon me inbeelden dat er door die eeuwen heen was gehuild, gelachen, gehoopt en gebeden.

Vandaag huist in dat gebouw een revalidatiecentrum voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Ik had al eens even voor de poort stil gestaan en gedroomd dat dit wel een plek zou kunnen zijn waar ik zou werken nadat ik mijn studies had afgerond. Maar die studies werden onderbroken door psychische klachten die het me niet meer mogelijk maakten verder te studeren. Ook het leven naast het studeren – als thuisblijfmoeder, creatieve duizendpoot en duivel doe het al – liep niet meer zoals ik hoopte. Uitputting, angstaanvallen en andere klachten zorgden ervoor dat ik het leven dat ik had geleefd niet meer verder kon zetten op de manier waarop ik dat altijd had gedaan.

Hoe ik dat andere leven dan moest leven wist ik niet. En als ik het al wist zou het een grote gedragsverandering vragen en het doorbreken van ingesleten patronen waarvan ik me niet bewust was. Dat ik dit niet alleen kon was een feit. Ik had de juiste mensen rondom me nodig, binnen een omgeving waar ik ook van anderen kon leren en die mijn kwetsbaarheid misschien wel zouden begrijpen. Dus stapte ik dat grote gebouw met de rode poorten binnen en zou het zijn geheimen aan me prijsgeven.

De zon gaf de binnenkoer een goudgele glans. Het geluid van de deurbel, die door de vele ramen weerklonk, bezorgde me een verwelkomend gevoel. Ik was opgelucht dat ik hier mocht aanbellen. Dat ik de kans kreeg om deel te nemen aan de groepstherapieën die achter die vele vensters doorgingen. Ik zou er een persoonlijk traject uitstippelen om met mijn kwetsbaarheden te leren omgaan en mijn leven erop af te stellen.

Het eerste lokaal dat ik binnen stapte was een statige ruimte met een stenen schouw. De wanden waren omringd met plafondhoge houten kasten en straalden rust en orde uit. In een ander atelier sierden allerlei creaties de muren die nog niet bedekt waren door kasten vol teken- en knutselmateriaal. Een kleiner bijgebouw was het doe-het-zelfatelier, waarin de werkkledij en het klusmateriaal omhuld waren door de geur van verf en thinner. Tussen het grote gebouw met de rode poort en het kleinere bijgebouw zorgde een moestuin en een grasveldje waarop kippen rondkuierden voor een stukje natuur.

Hoe meer geheimen het gebouw met zijn grote rode poort prijs gaf, hoe meer ik voelde dat ik hier niet alleen was met mijn kwetsbaarheden. Waarschijnlijk voelde ik me als vele van die anderen die in de zeven eeuwen voor me door de gangen van het gebouw hadden gelopen. In de vele lokalen op zoek naar hoop, hulp en herstel.

De rondleiding eindigde in de ruimte die uitkeek op de grote rode poort, maar dan van binnenin het gebouw. Het had grote glaspartijen en er stond een brede, lange tafel met aan alle vier de zijden stoelen. Waarin de geur van koffie gemengd was met de geuren van andere maaltijden. Waar huiselijkheid heerste door de handdoeken die aan het wasrek gingen te drogen en vissen die in het aquarium zwommen. En waar ik warm en uitnodigend werd begroet door de anderen die hier al langer een traject volgden.

Zij wisten hoe ik me voelde; onzeker over hoe ik over de drempel van die grote rode poort stapte, benieuwd naar wat ik achter die grote ramen zou beleven. Waar ik de hulp werd aangereikt die ik nodig had en er samen met anderen zou eten en werken. Waar ik zou huilen, lachen en hopen. Met zicht op de grote rode poort waardoor ik ooit voor een laatste keer naar buiten zou stappen, nadat ik binnen het gebouw mijn geheimen zou hebben prijsgegeven.


Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *