Hier zit ik dan. Met een rechte rug en mijn voeten stevig op de grond. De ogen gesloten waardoor ik me afsluit van de wereld rondom me. En van alle hoopjes rommel die ik nog moet opruimen. Ik zit klaar voor mijn moment. Hier en nu.
Maar ik kan het zo moeilijk. Leven in het nu. Terwijl mijn lijf zich maar op één en dezelfde plek bevindt gaat mijn hoofd alle kanten op. Dat ontdekte ik de laatste weken tijdens het volgen van een cursus mindfulness.
Wacht! Beste lezer, niet afhaken. Ik weet wat je denkt. De zoveelste huisvrouw in een midlifecrisis die zichzelf en de wereld gaat redden door te zitten. En niets te doen. Met haar ogen dicht voor alle chaos in de wereld. Want wat je niet ziet is er niet. Dus moet het ook niet opgelost worden. Of in mijn geval opgeruimd.
Ik ben blij dat je nog verder leest. Dankjewel daarvoor. En eerlijk. Je bent niet de enige die mijn nieuwe hobby met een portie scepticisme en een grote schaterlach onthaalt. Ook mijn huismussen kwamen niet meer bij van het lachen toen ze inpikten in een meditatie waarbij ik mijn aandacht moest brengen naar mijn dikke rechter teen. Sinds die dag wordt die teen te pas en te onpas als onderwerp op tafel gegooid. Discriminerend vind ik dat. Want mijn andere tenen zijn even belangrijk om rechtop te kunnen staan. Stevig op de grond. Geaard. Ook dat leerde ik tijdens die cursus.
‘Ting‘. Hier zit ik dus. De eerste tingsha bel brengt me terug naar mijn intentie om hier en nu op deze rommelige zolderkamer de bergmeditatie te doen. Ik moet me een berg voorstellen. Binnen de seconde zie ik hem voor me. De berg waarop ik tijdens de laatste yogales voor de lockdown zat. De berg waarvan ik weet dat ik er niet fysiek moet zijn om hem toch te zien. En eens bovenop de top te genieten van de eindeloze stilte. Het is een stevige, kolossale berg. Die al eeuwen waardig in de zon staat, stevig bij hevige wind, onverwoestbaar door een storm.
‘Breng je aandacht naar de stroom van je adem‘. De stem die me begeleidt bij de meditatie is goud waard. Tijdens een meditatie is het moeilijk niet in gedachten af te dwalen. Voor ik aan die cursus mindfulness begon was ik me nooit eerder bewust hoeveel ik op een dag denk. Naar het schijnt hebben we per dag zestigduizend gedachten. Ik zet me terug wat rechter op mijn stoel en focus me op mijn ademhaling.
Zestigduizend gedachten. Dat is wel heel veel. Zou dat kloppen? Ik zal het eens moeten opzoeken want ik kan toch niet iets op mijn blog schrijven dat niet correct is. Aja, want dan verspreid ik foute informatie. Is dat dan fake news? En dat is nu net niet wat ik wil. Ik wil dingen met mensen delen en hen iets aanbieden dat interessant is. Zouden ze dat wel interessant vinden? Een stukje over mindfulness? Ze denken waarschijnlijk; de zoveelste huisvrouw in een midlifecrisis die zichzelf en de wereld gaat redden door te zitten. En niets te doen. Ze zou die rommel beter opruimen.
Als ze eens wisten wat ik op een dag allemaal doe. Oh nee, ik moet de was nog ophangen. Waar had ik die wasmand nu ook weer gezet? Blijkbaar niet in de weg van mijn huismussen om zo de hint te begrijpen dat de was nog opgehangen moet worden. Ik moet hier toch ook altijd alles zelf doen. Gelukkig doe ik die meditaties geregeld. Dan doe ik tenminste eens een half uur niets. Hoewel ik daar ook geen tijd voor heb. Om niets te doen. Ik zou beter de zolderkamer opruimen.
‘Zie of het nu mogelijk is om de berg te worden. Stevig in contact met de grond‘, maant de stem me aan. Ik zit nog steeds recht op mijn stoel, maar betrap mezelf op mijn overvloed aan gedachten. Ik focus me opnieuw en druk mijn voeten in mijn schoenen stevig op de vloer. Mijn rechter dikke teen zit wat gekneld in mijn schoen. Sinds ik hem aandacht gaf voel ik die teen de hele dag.
En er zit een steentje in mijn schoen. Aiaiai. Zou dat daar al lang zitten? Gelukkig is het een kleintje. Ik kan het nog wel verdragen. Stel je voor dat het een grote steen was. Zo’n steen waarmee je een dam kan bouwen in een rivier. Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Dat is toch een schoon liedje. Oh jongens toch. Nu zit dat liedje weer in mijn kop. Dan nog liever een hele dag een steentje in mijn schoen.
‘Laat je hoofd één worden met de top van de berg‘. Ik open abrupt mijn ogen. Waardoor ik ga duizelen en bijna van mijn stoel val. Ik ben nog maar zes minuten aan de meditatie bezig. Nog twintig minuten te gaan. Maar dat zal me absoluut niet meer lukken.
Ah nee, want ik visualiseer al zes minuten lang de Drei Zinnen. Eén van de bergen van de dolomieten met drie bergtoppen. Ja, dat is zo niet te doen die meditatie. Nu krijg ik het gevoel dat ik drie hoofden heb. Zoals de driekoppige hond uit die Harry Potter film. Dat Harry Potterboek moet trouwens nog terug naar de bibliotheek.
En als die drie hoofden zoveel gedachten produceren dan heb ik drie keer zestigduizend gedachten per dag. Dat zijn er honderdtachtigduizend. Dat is niet meer menselijk. Daar word ik te gek van. Wat moet een mens toch met al die gedachten? Gelukkig zijn de meeste van mijn gedachten positief. Stel je voor dat ze doorgaans negatief zouden zijn. Dat moet echt zwaar om dragen zijn. Dan heb je toch een gigantische steen in je schoen. Mindful door het leven wandelen wordt dan toch wel pittig.
We moeten mindfulness integreren in ons dagelijks leven. De zoveel duizendste gedachte flitst voorbij. Via het onderwijs. Of van thuis uit meegeven. Vanavond mediteer ik met dochterlief. Op kindermaat. In plaats van naar dat tv-programma te kijken waarin iemand een nieuwe job zoekt die zijn of haar hele leven opslorpt. Doordat je moet kunnen zingen én dansen terwijl je blijft lachen. Ook al zit er een steentje in je schoen. En waarbij je dag en nacht oorwurmen in je hoofd hebt. Refreinen die zich tussen die honderdtachtigduizend gedachten wringen. Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Der zit een steentje in m’n schoen. Oya lélé.
Met mijn ogen open en onderuitgezakt op mijn stoel zie ik terug de rommel op de zolderkamer. Er ligt ook nog wat van die ene keer toen het glas in de deur van mijn hoofd brak. Ik zet me terug stevig als een berg op mijn stoel. ’t Is nog al nie naar de wuppe. Doe maar voort.
Ik besluit de meditatie af te werken. Met mijn drie hoofden en het steentje in mijn schoen. Want het is niet niets wat ik hier doe. Ik ben míj́n zolderkamer aan het opruimen en leer mijn brein zo omgaan met mijn mindful mess.