Er was tijd verstreken. Veel tijd. Tussen de eerste keer begin dit jaar en de laatste keer. Hoewel je bij angst nooit weet wanneer de laatste keer is. Net wanneer je denkt dat je ze hebt afgeschud zit ze je weer op de hielen. Toch was ik haar dankbaar. Om me zo de stuipen op het lijf te jagen waardoor ik me terug bewust werd dat ik een lijf had.
Een lijf waarop een hoofd stond dat met de wijzers van de klok meedraaide en me over iedere secondewijzer liet springen om hem maar niet tegen te houden en de tijd te doen stoppen. Tot hij haperde aan mijn kuiten omdat ik niet anders kon dan stil staan bij wat er in dat lijf gebeurde. Waardoor de seconden minuten werden. Uren, dagen en uiteindelijk maanden.
Maanden waartussen er tijd ontstond om naar de kale takken van de bomen te kijken tot ze bloesemknoppen kregen. En me af te vragen hoe een boom zoveel geduld kan hebben om te winteren tot hij weer mag gaan bloeien.
Tussentijd waarin ik de lichtheid van de sneeuwvlokken bewonderde die, nadat ze een lange weg hadden afgelegd van regendruppel door de ijskoude lucht tot vlok, binnen de tel smolten op mijn hand. Maar ondanks hun korte bestaan toch een glimlach teweeg brachten.
Nachten na elkaar zag ik de maan telkens een stukje van zichzelf verliezen om dan uiteindelijk weer in al haar glorie volop te schijnen. En in die tussentijd besloot ik uit de schaduwkant te stappen en aan de andere kant in de zon te gaan staan.
De zon die brandde op mijn huid. Haar warmte en energie schonk en me net zoals die bomen terug bladeren gaf. Bladeren die zich in de herfst terug loslieten als een voorbije geschiedenis. En die ik samen harkte op hoopjes waarna ik wachtte tot de wind ze opnieuw zou verspreiden. Zodat ik opnieuw kon beginnen en de tijd niet verstreek maar terugdraaide.
Terug naar dat ene blad op de kalender waarop ik midden in een angstaanval had gelezen “ik zoek de berusting om de dingen te accepteren die ik niet kan veranderen, de moed om de dingen te veranderen als ik dat kan en de wijsheid om onderscheid te maken tussen die twee.”
Met het laatste blad van de kalender scheurde ik vandaag het voorbij jaar af.